Kerkje Agia Theodora
Bijzonder kerkje gewijd aan Agia Theodora, de heilige Theodora
De Peloponnesos staat wel bekend als het mooiste deel van Griekenland. Gescheiden door het beroemde Kanaal van Korinthe van het overige vaste land van Griekenland heeft het naast een mooie natuur en bekende plaatsen als Olympia, Mycene en Mystras ook veel onbekende pareltjes.
Zo bezocht ik op een zonnige dag het bijzondere kerkje Agia Theodora (10e eeuw) in het midden van de Peloponnesos.
Het kerkje is bij de Grieken zelf erg bekend, maar bij toeristen nauwelijks. Om er te komen nam ik eerst de snelweg richting Tripoli en Megalopoli. Hierna de afslag naar Vastas en de weg leidde verder door een mooi stuk natuur. De eeuwig rokende schoorstenen van de steenkolenmijnen van Megalopoli domineren de vlakte rechts van de weg. Het is dagmijnbouw en men ziet het zwart van de steenkool. Maar toch doet het niets af aan de schoonheid van de route.
Komt men bij het kerkje zelf dan ziet men iets heel bijzonders. Het is een klein kerkje, maar op het dak groeien zo’n 12 bomen. Grote eikenbomen. Ik liep om het kerkje heen. Zoveel bomen op zo’n klein kerkje. Niet te geloven. Ik ging het kerkje binnen en zag overblijfselen van oude fresco’s. Maar geen wortels. Nergens. Naast het kerkje een winkeltje met religieuze artikelen. Ik kocht een kaarsje. Er waren veel brandende kaarsjes. Er komen dus ook in deze tijd van het jaar bezoekers. De stilte was indrukwekkend. Alleen het geluid van het riviertje naast het kerkje.
En zoals meestal in Griekenland is ook aan dit kerkje een legende aan verbonden. Theodora was een boerendochter die onschuldig ter dood werd veroordeeld. Ze had zich gehuld in mannenkleding om zo aan de dienstplicht te kunnen voldoen. Maar ze werd door een non ervan beschuldigd haar zwanger te hebben gemaakt. Na haar dood ontdekte men haar werkelijke geslacht en men bouwde op de plaats van haar graf een kerkje ter nagedachtenis aan haar. Haar haren veranderden in een eikenbos op het kerkje en waar haar bloed vloeide stroomt nu het riviertje Isari.
Langs het riviertje loopt een pad en na 150 meter is een taverne. Ik dronk er een kop koffie. Aan de tafel naast mij, zat en groepje Griekse mannen zich te goed te doen aan een heerlijke maaltijd. Telkens werd er weer een halve ‘kilo’ wijn gebracht. Eigenlijk was het nog te vroeg voor de lunch, maar in Griekenland is dat nooit een probleem. Men kan op elk tijdstip van de dag eten. Er waren terrassen in de bomen boven de rivier gebouwd. Er liepen ganzen in ganzenpas omhoog. Ik kocht honing in het winkeltje met plaatselijke producten. Volgens de eigenaresse is het heerlijke honing. Hoe kan het anders. Trots vertelde ze dat haar broer een bekende musicus is.
Ik liep terug naar de auto en keek nog een keer vol verbazing naar het kerkje. Zeker een plaats om nog eens terug te komen.