Methana
Methana is een schiereiland tussen Epidavros en Poros. Het is een vulkaaneiland en dat is overal op het eiland zichtbaar. Er zijn 32 vulkaanmonden getraceerd. De laatste uitbarsting was in 230 v.C. en de krater is te zien, wanneer men in het noordwesten even voorbij het dorpje Kameni Chora (verbrande plaats) over een smal voetpad omhoog klautert. Voordat men de krater bereikt loopt men door een lavalandschap met diverse uitzichten over de zee richting Angistri, Aegina en Poros. Bij de krater aangekomen heeft men ook een fantastisch uitzicht en bij helder weer kan men Epidavros aan de overkant van het water zien liggen. De krater zelf heeft een doorsnee van 100 meter en is 25 meter diep. De lavastroom, welke 1.25 km. lang was, heeft de kustlijn 500 meter verlegd.
Wanneer men het plaatsje Methana nadert ziet men aan de linkerkant een neoclassicistisch gebouw met een zwavelmeer, Vromolimni, ervoor. Hier bevinden zich medicinale baden, waar veel Grieken komen kuren. De zwavelbaden staan bekend om hun geneeskrachtige werking. Ze zijn goed voor dermatologische, reumatologische en neurologische problemen. De warmwaterbronnen zijn sinds de Oudheid bekend en geven aan dat er nog steeds vulkanische werking is diep onder de grond. Ze zijn voor het eerst beschreven door Thucydides, maar later ook door anderen, zoals Ovidius. Deze laatste beschrijft een aardbeving, die plaats zou hebben gehad vóór de vulkaanuitbarsting.
Methana is bewoond sinds de Egeïsche tijd (3200-1700 v.C.), wat men weet vanuit opgravingen op het eiland. Hoewel deze oudste, sporadische bewoning dateert uit de Egeische tijd, vond uitbreiding van de nederzettingen pas veel later plaats, namelijk pas in de Archaische (7e en 6e eeuw v.C.) en de Klassieke tijd, dus de tijd van Thucydides (5e en 4e eeuw v.C.). Deze opgravingen vonden plaats in de jaren ’80 in de vorige eeuw en waren gesponsord door de Engelse school in Athene en de Universiteit van Liverpool. Tijdens deze opgravingen vond men tal van scherven van vaatwerk (potten en borden), maar ook stenen gereedschappen en glas. Uit later tijd zijn de munten, die gevonden zijn, want van brons. De oudste munten laten een beeltenis van Hephaistos zien. Hephaistos betekent vulkaan en hij was de smid van de Olympische goden. Ook heeft men inscripties gevonden, de oudste stammen uit de Archaische periode. Deze inscripties leren ons veel over de geschiedenis van Methana, zoals dat voor heel Griekenland geldt. In het museum bij de opgraving in Epidavros is een inscriptie op steen over de grensbepaling Epidavros en Arsinoe (Methana). Ook de terrasbouw, die je hier overal ziet, stamt al uit die klassieke tijd en diende om het water vast te houden. Belangrijke plaatsen waren Vathi en Palaiokastro, maar ook op de Isthmos zijn resten van muren van een fort gevonden, waarschijnlijk om het schiereiland te verdedigen. Op het hele eiland zijn 27 kerkjes, waarvan sommigen gebouwd zijn op fundamenten van oudere kerkjes, sommigen zelfs uit de vroegchristelijke periode (Agios Nikolaos aan de noordkust), anderen uit de Byzantijnse tijd. Helaas zijn de meesten gepleisterd, zowel van binnen als van buiten, zodat weinig meer te zien is van het gebruikte bouwmateriaal en de fresco’s binnen in de kerkjes (Agios Dimitrios). De kerkjes zijn altijd geweid aan een heilige en meestal vindt er alleen een dienst plaats op de dag van de betreffende heilige (Agios Nikolaos 6 december).
Vorig artikel: Mani VorigeVolgende artikel: MonemvasiaVolgende